• DUURZAME AFWEGING SLOPEN-RENOVEREN

    Voor de bestaande voorraad komt op een bepaald moment de vraag: slopen of renoveren? Het antwoord is als eerste afhankelijk van wie je het vraagt, een eigenaar-bewoner of een professionele beheerder. De eerste zal in het algemeen besluiten voor renovatie. Sloop en nieuwbouw vinden maar sporadisch plaats in deze sector. Alleen bij specifieke locaties overweegt men dit weleens.
    Professionele beheerders besluiten om diverse redenen voor sloop en nieuwbouw. Omdat men denkt dat de gewenste kwaliteit niet gehaald kan worden met renovatie, het goedkoper lijkt, de gemakkelijkste optie is, of omdat het meer aanzien heeft. Hierin neemt men het duurzaamheidsaspect niet of nauwelijks mee. Maar welke invloed hebben slopen of renoveren op duurzaamheid?

    Lees meer

  • GEBRUIK VAN DE WONING

    Beoordelen van gebouwen probeert men al jaren. Het is altijd een simulatie van een gebouw met zijn gebruik. Hoe complex een model ook is, de waarheid kan nooit honderd procent achterhaald worden. Bewoners doen toch altijd dat wat niet voorzien is. Maar er kan wel geprobeerd worden om aan te geven welke kant de ontwikkelingen opgaan. Zo is de afmeting van de woning een variabele, die langzaam wijzigt. Het gaat dan niet direct om verandering van de absolute woninggrootte, maar wel de wijze waarop de woning gebruikt wordt. Woningen waar men vroeger met zeven of acht personen woonde, worden nu door twee personen gebruikt. Van 12 tot 14 vierkante meter per persoon wordt er nu wel 50 vierkante meter per persoon gebruikt. We willen ook steeds meer: een rommelkamer, speelkamer, hobbykamer tot zelfs een ‘filmkamer’. Indien we de middelen hebben, willen we die ook inzetten in ruimte.
    Dit omzetten gaat vaak gepaard met veranderingen/renovaties. Om deze momenten vast te kunnen stellen, kan er gebruik gemaakt worden van scenario’s, zoals dit in het promotieonderzoek is gedaan.(1) Op basis van minimale afmetingen worden momenten aangegeven wanneer een woning verbeterd dient te worden. Door deze wijzigingen een plek te geven in de levensloop van een woning, krijg je meer inzicht in de geleverde prestaties en de benodigde investering in geld of bijvoorbeeld milieu. Van een puur statische benadering (wat bouw ik?) wordt het dynamischer (wat bouw ik en onderhoud ik?). het komt dan steeds dichter bij de werkelijke praktijk.

    Bronnen

    1. Assessment of the Sustainability of Flexible building. The Improved Factor Method: service life prediction of buildings in the Netherlands, applied to life cycle assessment. (Proefschrift Haico van Nunen, BouwhulpGroep 2010)

  • Vastgoedbeheer: visie voor de lange termijn

    Het beheren van vastgoed kent verschillende aspecten, waarvan technisch onderhoud het meest bekend is. Maar het is veel breder geworden dan enkel techniek. Het komt er op neer dat voor een eigendom (van jezelf of van iemand anders) aan bepaalde eisen wordt voldaan, gedurende een bepaalde tijd. Wat er wordt beheerd, maakt niet zoveel uit. De horizon van wat er bekeken wordt, is wel van belang. Het probleem van het huidige beheer is dat het veelal een korte termijn beslaat. Een lange termijn visie leidt uiteindelijk tot andere beslissingen.

    Lees meer

  • Energie stoppen in je woning

    Het naar je wens maken van een woning kost moeite, tijd en geld. Maar uiteindelijk heb je ook iets wat naar je zin is. En dan lijkt het vaak zonde om ergens geld in te stoppen waar je het niet ziet. Liever een nieuwe keuken dan isolerend glas. Een terugkerend dilemma als het gaat om duurzaamheid. In eerste instantie kost het geld, en op de lange termijn levert het (wellicht) iets op.

    Vanuit het dilemma van duurzaamheid kennen we dit wel. Zodra het geld kost wordt het minder aantrekkelijk. En zeker als het niet zichtbaar is. Als een woning echt een hoge energierekening heeft, en men de effecten ook daadwerkelijk merkt, dan worden maatregelen wel genomen. Maar als de effecten marginaal zijn en de investering hoog, dan blijft het de vraag of een maatregel wel wordt aangebracht.


    Lees meer

  • Na klimaattop energiebesparing van onderop

    De afgelopen week stond in het teken van de klimaattop in Kopenhagen. Het was dé top om een stevig vervolg te geven aan het Kyoto-verdrag. De verwachtingen waren gespannen, de uitkomst echter mager. Er is geen officieel (juridisch) akkoord, aangezien niet alle landen de verklaring steunen. De belangrijkste punten waar men het wel over eens is, is dat de aarde niet meer dan twee graden mag opwarmen, dat er geld beschikbaar komt voor ontwikkelingslanden (30 miljard op korte termijn en 100 miljard op de lange termijn) en dat er meer inzicht gegeven zal worden over de (CO2-)uitstoot, onder meer door een lijst met beloftes die landen al gemaakt hebben. Echter scherpere doelen of een verdergaande reductie om de klimaatveranderingen tegen te gaan heeft geen overeenstemming bereikt. De Verenigde Staten is tevreden en noemt het ‘in actie komen van enkele grote industrielanden’, terwijl de Europese Unie het maar een mager resultaat noemt.

    Lees meer

  • Ontwikkeling door de tijd

    Door Sandra Arts en Haico van Nunen

    Het Laurentiusplein in het Limburgse Voerendaal is een voorbeeld van ‘ontvinexen’: het zorgen voor meer gedifferentieerde woonmilieus. De aanpak van deze woningen onderscheidt zich door verschillende niveaus. Dit sluit aan bij de dagelijkse praktijk van woningcorporaties die niet meer naar één oplossing streven. Er zijn verschillende mensen en ook het toekomstperspectief van de woningen is verschillend. Dus zijn verschillende oplossingen nodig. De aanpak van de 143 woningen is daarom onderverdeeld in groot onderhoud, een deel hoogniveaurenovatie en een deel cascorenovatie. Een aantal woningen wordt vervangen door nieuwbouw.

    1960De woningen zijn in periode 1915-1921 gebouwd als mijnwerkerskolonie, de sociale huisvesting voor de arbeiders van de Limburgse steenkolenmijnen. Architect Jan Stuyt nam de tuindorpgedachte als de basis voor het stedenbouwkundig en architectonisch concept. Kenmerkend voor zijn ontwerpen zijn de landelijke architectuur, de duidelijke scheiding tussen openbaar en privé, de ruime opzet (grote kavels) en een verwijzing naar een organische opbouw (romantisch, landelijke opzet).Lees meer

  • Energieverspilling is zinloos

    Donderdag 13 september is er in Delft een studiemiddag gehouden met als titel ‘Bouwstenen voor een gezonde energietransitie’. Energietransitie is weer zo’n mooi modewoord. Eigenlijk gaat het erom dat energieverspilling zinloos is. Iets wat we al heel lang weten en steeds weer vergeten.

    Haico van Nunen heeft tijdens deze studiedag een lezing gehouden met als titel ‘Energieverspilling is zinloos’. Hij ging hierbij in op de praktijk in de bestaande bouw in het verleden, nu en in de toekomst. Drie stellingen stonden centraal:

    1. Met afgestemde installaties (concepten) kunnen grote bijdragen in de energieambities van gebouwen gerealiseerd worden. De cyclus van een installatie maakt het mogelijk om een gebouw periodiek een impuls te geven.
    2. Energieverspilling is zinloos. Het begint met een goed gebouw.
    Eerst het gebouw, vervolgens de installatie
    3. Het gebouw en de installatie moeten afgestemd zijn op het gebruik en de bewoner

    De volledige lezing is hier te downloaden [pdf 3,1Mb]

  • Levensduur woning is 120 jaar

    Er is een vragenlijst over levensduur verspreid onder de aandeelhouders, en de experts hebben gesproken. Gezien de huidige kennis en toekomstverwachting is de inschatting dat de gemiddelde levensduur van een woning circa 120 jaar zal bedragen, wat overeenkomt met de maximale leeftijd van de mens. Alleen dit feit zal alle aandacht van de aanpassing van de bestaande voorraad moeten mobiliseren. In onderhoud en renovatie is dus veel werk aan de winkel.

    Het aardige van onderzoek is soms dat het gevoel dat je hebt bevestigd wordt. Dat geldt ook ten aanzien van de drie belangrijkste weegfactoren die de levensduur beïnvloeden:

    – kwaliteiten van het product;
    – ontwerp en detaillering;
    – uitvoering.

    Gelukkig verandert er veel in de wereld, maar de kwaliteit van het onroerend goed geeft toch houvast.

    Lees verder: resultaten [pdf 36 Kb]

              

  • Nieuw leven voor bestaande constructies

    De studiedag over ‘Jonge Monumenten: Onderzoek en Waardestelling voor Behoud’ (NVMz en TNO Delft, 9 april 2008)  gaat dieper in op de verschillende aspecten die bij jonge monumenten voorkomen. Materialen zoals beton en stalen kozijnen komen dan meteen naar voren en worden in andere lezingen benoemd. Er zijn direct voorbeelden te noemen waarbij deze materialen zijn gebruikt, denk aan sanatorium Zonnestraal, het Glaspaleis in Heerlen of meer recent het Shell gebouw (de parels). De vraag die naar voren komt is of monumentenzorg wezenlijk anders is dan de praktijk in de woningbouw. Is het echt een andere tak van sport of gelden er alleen net iets andere regels?
    bouwsystemen
    Lees meer