• Nieuwe vormen van samenwerken

    – Orakel van Delphi –

    De raadpleging van een Orakel is een eeuwenoude, welbekende manier om antwoord op een vraag te krijgen. Renovatie 2014 had een eigen Orakel. In samenspraak met een panel van deskundigen, die zich als dienaar van de kennis opstellen, poogde dit Orakel van Delphi een antwoord te geven op de dilemma’s die zich in een praktijk voordoen. De uitgelezen kans voor woningcorporaties om vragen te stellen aan specialisten uit meerdere sectoren. Ieder dag worden dezelfde drie projecten belicht, maar telkens vanuit een ander invalshoek (1).

    Nieuwe vormen van samenwerken
    De eerste dag stond  het nieuwe samenwerken centraal. De traditionele rolverdeling inde bouw is aan het veranderen. Dat houdt in dat de taken en verantwoordelijkheden anders worden, of dat ze in ieder geval anders ingevuld worden. Er wordt meer samengewerkt, ‘lean’ is het toverwoord en op papier gaat het daar allemaal beter, sneller en goedkoper door. Maar wat zijn de bevindingen van de drie orakel projecten. Jan Willem van den Groep (Platform31), Alfred van den Bosch (De Alliantie) en Gerben van Dijk (Vernieuwing Bouw)  geven als Orakel hun visie op de dilemma’s.

    orakel beurs 2014

    De Kroeven – Roosendaal
    Passief renoveren brengt een nieuwe kwaliteitsstandaard met zich mee. Het simpelweg stapelen van materialen is niet toereikend om het gewenste kwaliteitsniveau te halen. Maar hoe zorg je er nu voor dat je op voorhand de juiste kennis in huis haalt. Iedereen zal roepen dat hij het kan, maar welke partij is op voorhand het meest geschikt en zal ook kennis meebrengen.  Hieraan gekoppeld geldt tevens dat deze partijen die de kennis en kunde in huis hebben ook op hun verantwoordelijkheid aangesproken moeten kunnen worden. Met het in elkaar schuiven van de keten kan het soms ingewikkelder worden. Als alle partijen meedenken en kennis inbrengen voor een bouwdeel, wie is er dan uiteindelijk eindverantwoordelijke.  De financiering van een transformatie vraagt om meer financiële armslag dan de gemiddelde renovatie. Het gaat al snel over €20.000 of meer. Welke kansen zijn er, naast de huurinkomsten om die extra ruimte te realiseren? Zijn er binnen de veranderende rollen ook partijen aan te wijzen die juist inde financiering hun bijdrage kunnen geven.

    Poster - De Kroeven blad1-kl

    Active House Montfoort
    Met nieuwe vormen van samenwerken moet het sneller, beter en goedkoper worden. Bij Active House Montfoort is door de markt aangegeven dat het gerealiseerde concept € 95.000, mag kosten. Aangezien de investeringskosten voor de tien pilotwoningen €130.000 bedraagt is daar nog een slag te slaan.  In hoeverre kan door andere vormen van samenwerken dat gat ingevuld worden? Net als bij de Kroeven wordt er gesteld dat met de samenwerking een veelvoud aan partijen met zich mee brengen. Maar wie zorgt er nu uiteindelijk voor de eindkwaliteit, en wie is er eindverantwoordelijke? In het geval van de Poorters van Montfoort was een consortium  eindverantwoordelijke, maar ook binnen de verschillend partijen geldt de vraag wie welke prestaties moet leveren en ook hoe dat geborgd wordt. Een goed voorbeeld is de luchtdichtheid , waar veel disciplines gezamenlijk moeten zorgen voor het eindresultaat. Het realiseren van een gebouw vraagt om inzet van alle partijen. Met name bij niet alle daagse oplossingen moet je de juiste kennis in huis halen en partijen hebben zowel in de voorfase als in de uitvoeringsfase die mee kunnen denken. Binnen de visie van Active House betekent dit bijvoorbeeld continue de uitgangspunten in het oog houden, en daarvanuit de keuzes maken.

     Poster - De Poorters blad1-kl

    Hortensiaflat – Heerhugowaard
    Bij de Hortensiaflat is men in feite haar tijd al ver vooruit, gezien de discussies die er nu zijn over de privatisering van de kwaliteitsborging. Bij dit project zijn partijen zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole. Hiervoor moet  wel een andere manier van organiseren plaatsvinden. De kosten voor deze renovatie zijn hoog. (Beter) samenwerken zou hier een besparing kunnen leveren, maar op welk vlak is die besparing te zoeken? Tot slot geldt ook voor dit project dat er met veel partijen aan het resultaat wordt gewerkt. Maar waar liggen nu de verschillende verantwoordelijkheden.

    Poster - Hortensiaflat blad1-kl

    Het Orakel
    Al met al kan gesteld worden dat de bouw aan het veranderen is. De drie projecten laten al zien dat met projectteams of consortia de opgave meer integraal wordt opgepakt. Maar we zijn eigenlijk pas net bezig met de nieuwe vormen van samenwerken. Het terugkerende dilemma is toch wel  het benoemen van de verantwoordelijkheden. Het lijkt nu vaak wel of iedereen mag mee roepen bij het ontwikkelen van een bouwdeel, maar dat als puntje bij paaltje komt er niemand ‘echt’ voor verantwoordelijk is. Het aanwijzen van een verantwoordelijke voor een (deel) van het gebouw zorgt ervoor dat er iemand is die zich afvraagt of de juiste kwaliteit is wel is geleverd, of dat het niet nog optimaler kan. Dat ondervangt meteen een ander probleem, namelijk at van kennis in huis halen. Iemand die niet de juiste kennis heeft zal ook niet verantwoordelijk willen zijn voor dat deel van het project. Als je de risico’s niet kent wil je ook niet dat het je verantwoordelijkheid is.  Daar komt bij dat het ook echt een nieuwe vorm van samenwerken is en dat gebeurt niet van de ene op de ander dag. Nu merk je dat je toch al snel wordt afgerekend op één resultaat, terwijl het eigenlijke een kwestie van investeren is, om de langere termijn in een nieuwe vorm van samenwerken uit te komen. Maar dat vergt ook een andere manier van opdrachtgeven. Waarbij je een aantal zaken uit handen geeft aan het samenwerkingsverband, maar dat aan de voorkant beter moet afbakenen wat je nu precies wil hebben.

     

    bronnen/vermeldingen: 

    (1)    Iedere dag werden dezelfde drie projecten (De Kroeven, Roosendaal, De Poorters van Montfoort, De Hortensiaflat, Heerhugowaard) gepresenteerd vanuit het perspectief van de toeleverende industrie, bewoners en adviseurs. Zij toonden afzonderlijk hun praktijk in woord en beeld en legden hun vragen voor aan het Orakel. Elke dag staat een ander thema centraal, te weten Nieuwe vormen van samenwerken, Bewoners aan de Knoppen en Levensduur-denken.  In alle gevallen ging het om de kwaliteitsaanpassingen van de woning. Elke dag behandelde een wisselend panel van deskundigen anderhalf uur lang de dilemma’s.

  • Rek in de tijd

    Het accommoderend vermogen van de woningvoorraad

    Woningen voorzien in bepaalde behoeften. Die behoeften zijn aan verandering onderhevig. De manier van wonen van vijftig jaar geleden verschilt nogal met die van nu. De bestaande voorraad is gebaseerd op een manier van wonen uit het verleden. De vraag is, zit er rek in de tijd, met andere woorden, in welke mate bezitten woningen een accommoderend vermogen?
    Iedere woning die gebouwd wordt, wordt ontworpen binnen een bepaalde tijdgeest. Een nieuwbouwwoning op dit moment wordt gebouwd volgens een programma van eisen uit deze tijd. Het huidige bouwbesluit is leidend, het budget is passend bij een huurstelling of koopprijs en er worden voorzieningen aangebracht die we vandaag de dag nodig achten: afmetingen van de keuken, energieprestatie, aantal wandcontactdozen en het aantal toiletten in de woning, passend bij deze tijd. De woning wordt gerealiseerd met de huidige bekende en veel toegepaste technieken. Deze gang van zaken was in het verleden ook al het geval, maar dan met de opvattingen op dat moment. De normen en opvattingen van weleer hebben geleid tot de woningen zoals die er nu staan. Voor de aanpassingsvraag zijn die uitgangspunten van belang, ze duiden op een oorspronkelijke kwaliteit en het vermogen om vanuit de oorspronkelijke kwaliteit veranderingen te faciliteren.

    008 figuur ontwikkeling huishoudens © 2008

    Het wonen is veranderd, en daarmee ook de wensen/eisen, die we aan het wonen stellen. Het is niet voor niets dat de huidige nieuwbouwwoningen anders zijn. Als voorbeeld een woning uit de jaren vijftig. Werden daar vroeger de bedden nog in getekend en kon men wel met zeven of acht personen hierin wonen, op dit moment wordt diezelfde woning gebruikt door een- of tweepersoonshuishoudens. Het gaat dan om een hele andere manier van gebruiken van een woning. Bij woningverbeteringen, of dat nu conserveren, renoveren of transformeren betreft (1), moet je dan ook rekening houden met die veranderende eisen. Renovatie is een zoektocht naar mogelijkheden om de woning aan te passen. Hierbij gaat het erom het accommoderend vermogen (2) van een woning te kunnen bepalen, of eigenlijk: welke aanpassingen kunnen het beste in welk woningtype plaatsvinden?

    Op die manier is het mogelijk om op een evenwichtige manier met de huidige woningvoorraad om te gaan en de sterke punten te benutten waar dat kan. Op die manier biedt het bestaande extra kwaliteit die anders niet te realiseren is. Denk hierbij aan een bijzondere detaillering (3), een grote variëteit (4), of juist een smalle beukmaat die uitnodigt tot andere oplossingen (5). Bij ieder verbeteringreep kan de kwaliteit van een bestaande woning dichter bij de huidige kwaliteit worden gebracht. Met deze verbeteringrepen wordt niet alleen een onderhoudsingreep gepleegd, er wordt ook kwaliteit aan toegevoegd. Soms gaat het hier om een ingreep vanuit technisch onderhoud (vernieuwen van kozijn), maar een andere keer gaat het om het toevoegen van meer kwaliteit door nieuwe voorzieningen, bijvoorbeeld een nieuw ventilatiesysteem.

    plattegrond_BouwhulpGroep_Renovatie

    Bij de renovatieopgave gaat het erom dat men het accommoderend vermogen van de woningen weet te benutten. Het accommoderend vermogen is gebaseerd op de volgende kenmerken en eigenschappen van een woning (6):

    • Schakeling
    • Stapeling
    • Ontsluiting
    • Beukmaat
    • Ruimte.

    Tezamen bepalen deze vijf kenmerken de potentie van een woning. De mogelijkheden van het casco volgen hieruit en dat wordt vervolgens verder ingevuld met voorzieningen, uitrusting en afwerking. Ieder woningtype heeft zijn eigen kenmerken en kan op basis daarvan ruimte bieden voor aanpassingen. Doordat er verschillende woningtypen te onderscheiden zijn (7), is het accommoderend vermogen van de voorraad verschillend. Diverse typen hebben een eigen accommoderend vermogen. De doorzonwoning is een type dat op basis van de maat, maar ook op basis van de perceeloppervlakte en ontsluiting, veel mogelijkheden biedt.

    cycli woningen met woninggrootte © 2010_BouwhulpGroep

    Het gaat erom de rek in de tijd te zien. Een woning is niet ‘op’ na vijftig jaar. Er moet meestal wel kwaliteit worden toegevoegd om weer een substantiële rol in de woningmarkt te kunnen spelen, maar dat is meteen de mogelijkheid om met maatregelen een woning op maat te maken. Renovatie gaat verder dan alleen de technische oplossing bepalen. Er moet per opgave een woning(type) worden geselecteerd, waarin het beste de gewenste kwaliteit gerealiseerd kan worden. Het selecteren van een woningtype met het invullen van verbetervoorstellen heeft te maken met begrip van het bestaande. Dat vraagt om verder te kijken dan alleen de eerste tien jaar, maar ook oog hebben voor woonwensen van de toekomst. De opgave is dan ook om nu al in te spelen op de komende aanpassingen, door het accommoderend vermogen zo optimaal mogelijk te benutten.
     

    Bronnen/verwijzingen:

    (1) Begrippen maken feiten overbodig, Martin Liebregts, kennisbank bestaande woningbouw, 27 oktober 2008
    (2)   Het accommoderend vermogen van de Hollandse woning, Martin Liebregts en Jelle Persoon, 14 december 2011, kennisbank bestaande woningbouw
    (3)   De eigenheid benut: ruimte, ruimtelijkheid en beeld, Martin Liebregts, 22 maart 2013, kennisbank bestaandewoningbouw
    (4) Rijtjeswoning het verborgen potentieel aan differentiatie (1), Martin Liebregts, 13 maart 2013
    (5)  van woonerf naar hybridewoning, Martin Liebregts,kennisbank bestaandewoningbouw 16 september 2013
    (6)    De kenmerken en eigenschappen worden in de publicatie ‘Essay, woningtype als ordeningsprincipe, Karakterisering van de Nederlandse woningvoorraad’ nader toegelicht. Deze publicatie verschijnt begin 2014.
    (7)   Woningvoorraad uniformiteit in verscheidenheid, 13 augustus 2013, Martin Liebregts, kennisbank bestaande woningbouw.

  • De vraag in kaart

    De woning die er nu staat biedt op dit moment een antwoord aan een bepaalde vraag. Zij is ooit door de bewoner uitgezocht met behulp van een wensenpakket, het aantal vertrekken, de grootte, locatie aanwezigheid van voorzieningen hebben hierin een rol gespeeld. Maar die vraag verandert door de jaren heen. Leeftijd, gezinssituatie, inkomens, maar ook trends en ontwikkelingen in het wonen, zorgen ervoor dat aanpassingen nodig zijn. Deze aanpassingen kunnen gerealiseerd worden binnen de aanpassingscycli van de woning. Met een renovatie of onderhoudsingreep kunnen kwaliteiten worden toegevoegd. Deze ingrepen bieden de kans om de woning te verbeteren. Om deze verbetering aan te laten sluiten, is het nodig om niet alleen te kijken naar de technisch noodzakelijke ingrepen, maar moet ook gekeken worden naar welke vragen er op dat moment zijn. Deze stap lukt meestal wel. Op basis van ervaring, eventueel aangevuld met een onderzoek, kan een programma voor dit moment worden opgesteld. Veel verder kijken wordt al moeilijker.
    En toch is dat wat er moet gebeuren. Renovatie is voor de langere termijn. Als we nu iets doen dan vinden er de komende vijftien, dertig of zelfs vijfenveertig jaar geen noemenswaardige werkzaamheden meer plaats. Alleen kijken naar het programma van dit moment is dan ook niet voldoende.

    Puzzel van de programmastudie_1000_BouwhulpGroep
    Lees meer