De woning: grondstoffenbank of afval?

Allereerst gebruiken we de woning om in te wonen. Het is ons ‘thuis’ en we proberen op allerlei manieren er een prettige plek van te maken. Dat doen we door de juiste locatie te zoeken, het juiste woningtype (ruimte, karakter, uitstraling) te kiezen en vervolgens zorgen we ervoor dat de afwerking en uitrusting voldoet aan onze eigen wensen. Het is dan ook niet voor niets dat als je een woning betrekt je eerst alles gaat schilderen en behangen, alvorens je er daadwerkelijk in gaat wonen. Soms wordt zelfs de uitrusting vernieuwd, in de vorm van keuken, badkamer of andere voorzieningen, zoals een uitbouw of een dakkapel. En als dat al niet direct gebeurt, dan komt dat wel later in de tijd aan de orde.

Die gedachte over je eigen ‘thuis’ staat natuurlijk in schril contrast tot de titel van dit artikel. Geen enkele bewoner denkt in termen als een grondstoffenbank over zijn woning. Maar toch moeten we ook op die manier naar de woningen kijken. Grondstoffen zijn niet oneindig aanwezig en er komt een keer een moment waarop een keuze gemaakt moet worden voor de toekomst van het gebouw, of onderdelen ervan. In die gevallen wordt het ‘thuis’ steeds minder ervaren en de economische waarde (of eigenlijk de middelen die er in de woning gestoken dienen te worden) staan niet meer in verhouding tot de kwaliteit. Op dat moment kan de weegschaal doorslaan naar sloop van het gebouw. Hetzelfde gaat natuurlijk ook op voor onderdelen van het gebouw (renovatie of onderhoud). De vraag is wat op dat moment de mogelijkheden zijn om met componenten, producten, materialen, of grondstoffen te doen?

Sloop
Traditioneel gezien wordt bij sloop alles verwijderd en afgevoerd. De praktijk is ondertussen al zover dat er selectief gesloopt wordt. Deels gedwongen door de regelgeving, deels gedreven doordat de materialen die uit het gebouw komen nog een economische waarde hebben (1). Er zijn bedrijven die daarop volledig zijn ingespeeld en de economische waarde tot hun business gemaakt hebben. In de jaren ‘70 is dit overigens al begonnen in verschillende steden, waar het verwerken van afval, van een eindfase activiteit, opschoof naar een nieuwe activiteit, namelijk het aanleveren van grondstoffen (2). Alles wat waarde heeft trekt mensen aan om er mee bezig te zijn. Een ander voorbeeld hiervan zijn de zeldzame grondstoffen die onder meer in mobiele telefoons en computers gebruikt worden. Ook daar is een levendige handel in ontstaan om de oude producten terug te nemen. Al ligt ook hier de drijfveer veel meer op het financiële vlak, dan vanuit het verantwoord omgaan met wat we hebben.

Van gebouw naar grondstof
De achterliggende gedachte gaat echter verder dan de financiën. Hergebruik van producten en/of materialen zorgt ervoor dat er geen nieuwe grondstoffen nodig zijn. Het milieuaspect spreekt echter nog te weinig aan. Het is vaak ook een oneigenlijke horizon die wordt voorgespiegeld, zover in de toekomst dat je je er niets bij kunt voorstellen. Daarom is het nu nog vooral regelgeving die de interesse bepaalt. Voor de bouw bijvoorbeeld is er vanuit de overheid sinds het nieuwe bouwbesluit een paragraaf waarin het rekenen aan de milieuaspecten bij nieuwbouw verplicht is. Een eis wordt daarentegen nog niet gesteld. Toch is het vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid eigenlijk een minimale vereiste om er in ieder geval over na te denken. Dat betekent dat je keuzes maakt voor een hele levensfase. Hoe ga je de grondstoffen winnen, hoe ga je produceren, hoe ga je het product gebruiken en ten slotte, als je er mee klaar bent, hoe kan het afgedankt worden? Er zijn verschillende visies die hier een invulling aan geven, waarvan Cradle 2 Cradle wellicht het meest bekend is (3). Het is echter niet altijd nodig om alles tot achter de komma door te rekenen. Nadenken over reparatiemogelijkheden of een andere manier van bevestigen kan soms al voldoende zijn om een product in de eindfase op een makkelijke manier te kunnen verwijderen en weer te verwerken. Zo heeft een tegelfabrikant onderzocht wat de mogelijkheid is om hun tegels zelf weer terug te nemen en te verwerken in het productieproces (4). Het gaat er om dat je de juiste afwegingen maakt. Niet alleen in het productieproces, maar ook in het ontwerp, beheer en afdanken. Het maken van een volledig herwinbaar huis is wellicht een utopie, daarvoor hebben we als bewoners teveel verschillende wensen (en bijbehorende welvaartstandaarden), maar we kunnen wel eens kijken hoe we met eenvoudige aanpassingen zo ver mogelijk kunnen komen. De meer complexe vraagstukken komen we dan vanzelf tegen.

Goed voorbeeld doet volgen
Terug naar die woning aan het begin van het artikel. Laten we nu eens aannemen dat het niet zomaar een woning is, maar dat het je eigen woning is. En we hebben het dan ook nog niet direct over het slopen van de hele woning, maar over onderdelen. Er zijn vast maatregelen die er moeten gebeuren. Het vervangen van kozijnen, een nieuwe deur, of het isoleren van het dak. Wat zou je nu zelf kunnen doen? Hoe kunnen de oude producten uit die woning een nieuwe toepassing krijgen, maar hoe zorg je er nu voor dat het de volgende keer nog makkelijker gaat, of dat wellicht de fabrikant het dan op komt halen? Misschien zijn er zelfs wel constructies te bedenken met statiegeld of lease (5). Het opent nieuwe terreinen en nieuwe kansen. En als dit voor je eigen woning kan, waarom dan ook niet in ons dagelijks werk opnemen?

Tot nu toe gaat de discussie over grondstoffen nog te veel over labels en keurmerken. Vaak wordt het ook direct in uitersten vertaald, alles of niets. Alles moet herbruikbaar zijn of direct het hoogste label verdienen. Zo zwart-wit is het echter niet. We moeten kijken welke mogelijkheden het bestaande al biedt. De grondstoffen staan er al, de bestaande woningvoorraad is er en kan als grondstoffenbank dienen. Het is echter, net als bij een echte bank, lastig om de juiste middelen van de bank te krijgen. Het gaat er dus veel meer om partijen te verleiden om hiermee aan de slag te gaan. Bewustwording is daar de eerste stap voor. Van leverancier tot ontwerper, van producent tot sloper, van opdrachtgever tot gebruiker, laten we er samen een begin mee maken.


Bronnen/verwijzingen

(1) In een recent sloopproject werd de selectie nogmaals duidelijk. De dakpannen werden verwijderd, opgeslagen en verzameld. Maar ook metalen (installatie) en de houten balken werden gescheiden. Het grootse deel, in massa, het betonnen casco werd vermalen en als onderslagmateriaal gebruikt. Op die manier zijn we in Nederland al heel ver met hergebruik. Producthergebruik en secundair hergebruik liggen hierin nog wel door elkaar.
(2) ‘The Economy of cities’, Jane Jacobs, 1969
(3) Cradle 2 Cradle
(4) Voorbeeld over het terugnemen van eigen producten
(5) Vanuit de traditie zijn we gewend om producten te kopen, die we vervolgens zelf gebruiken (eigenaar-bewoner) of verhuren (corporatie en particulier verhuurder). Andere financieringsvormen kunnen tot andere perspectieven leiden.