• meer bewonerstevredenheid, minder techniek

    Ruimte voor vraaggestuurd onderhoud

    Alles slijt in de tijd
    Onderdelen van woningen gaan achteruit, de een harder dan de ander. De prestatie van een onderdeel is afhankelijk van verschillende invloeden. De oorspronkelijke kwaliteit van het product, maar ook hoe het is aangebracht, waar het zich bevindt, hoe het gebruikt wordt en hoe het onderhouden wordt, bepalen hoe lang iets mee gaat (1). Daarnaast is er nog iets van belang, namelijk: hoe het eruit ziet en welke waarde men er aan hangt (beleving). Er zijn eigenlijk drie soorten van levensduur te benoemen: technisch, economisch en functioneel. Welke levensduur hiervan maatgevend is voor vervanging kan wisselen. Wel is het vaak zo dat de technische levensduur het langst is, vervolgens de economische levensduur en tot slot de functionele levensduur, al is dit geen wetmatigheid. De vraag die nu naar voren komt, is hoe lang een onderdeel mee kan gaan en als we dit weten hoe we dit kunnen gebruiken.


    Lees meer

  • Overtuig de bewoner

    Laatst zat ik een artikel te lezen over ‘persuasive technology’. Het gaat over hoe je, met ondersteuning van techniek, mensen aan kunt zetten tot het juiste gedrag. Als voorbeeld werd in dat artikel een weg genoemd. Op een hele brede weg word je uitgenodigd om hard te rijden. Is diezelfde weg een stuk smaller dan wordt er minder hard gereden. Het idee van persuasive technology is dat met techniek, bijvoorbeeld LED verlichting, de weg breder en smaller gemaakt kan worden, naar gelang de gewenste snelheid. De gebruiker wordt op deze manier (onbewust) aangezet tot ander gedrag.

    weg verlichting_Bouwhulp

    Je gaat dan eens nadenken over technieken die we in de bouw zouden kunnen gebruiken. We hebben het altijd over ‘de gebruiker centraal stellen’, maar doen we dat ook echt? Uiteindelijk bouw je voor de gebruiker, en wil je met het gebouw de gebruiker ten diensten zijn. Aan de andere kant, als we technieken in moeten zetten om de gebruiker zich volgens een bepaald patroon te laten gedragen, stellen we dan de gebruiker daadwerkelijk centraal? Met technieken die de gebruiker beïnvloeden stel je eigenlijk de maatschappij centraal, net als bij de snelheid op de weg, waar we de maatschappelijk gewenste situatie onbewust willen afdwingen. Wellicht een paar ideeën om te kijken wat de toekomst in de woning ons brengt.

    Misschien is het dan wel mogelijk om met verlichting in de woning een gevoel van comfort op te wekken. Door op koude dagen warme kleuren te gebruiken in de verlichting, ervaart de gebruiker het als warmer. Het gevolg is dat hij de verwarming minder snel hoger in zal stellen. In de zomerperiode kun je juist met koele kleuren werken, waardoor het vertrek koeler wordt ervaren.

    Een andere mogelijkheid heeft te maken met het warmtapwaterverbruik. Een groot deel van de energierekening bestaat uit warm water. Zeker bij de goed geïsoleerdere woningen kan het warmtapwaterverbruik oplopen tot meer dan de helft van het totale gasverbruik. Doordat we steeds betere installaties hebben, maken we er bovendien langer gebruik van, het is comfortabel om lang onder de douche te staan. De zandloper in de douche is meestal niet genoeg om ons te laten stoppen. Maar het is ook mogelijk om met verlichting (steeds koelere kleuren?) of zelfs de fysieke watertemperatuur aan te passen, zodat je merkt dat het minder comfortabel wordt en je daarmee weet dat het lang genoeg heeft geduurd?

    Led douche

    Een combinatie van woningvoorzieningen en het beïnvloeden van de bewoner kan ook. We verwarmen nu onze hele woning op een gelijkmatige temperatuur. Dit doen we veelal via radiatoren of andere afgifte instrumenten. Wellicht moet het gebouw veel kleine stralingspanelen hebben, die met ons meedenken. Als ik op de bank zit doen alleen de panelen bij de bank het, en bij het koken staan de panelen in de keuken aan. Minder hoog, want er komt al warmte van de keuken. Door de chip die je bij je draagt is bekend of die persoon het warm of juist koud wil hebben. De verlichting uit het eerste voorbeeld kan hierbij ondersteuning geven.

    Wat opvalt aan de punten hierboven is dat ze allemaal met comfort te maken hebben. Blijkbaar is dat het terrein waar we met beïnvloeding van de gebruiker hem ook tot ander gedrag aan kunnen zetten.

    Misschien hoeft het allemaal ook niet zo drastisch en is het al voldoende om in een display zichtbaar te maken wat je tot nu toe verbruikt hebt. En dan bedoel ik niet in kuub gas of kWh. Nee, gewoon in euro’s. Dat is toch waar we gevoelig voor zijn. Het gaat dan meer om bewustwording dan om het overhalen/overtuigen van een bewoner. En met de huidige techniek zijn er voldoende voorbeelden voor bewustwording. Zolang de HR-ketel draait om het water op te warmen, of de droger aanstaat om de was weer droog te krijgen, mag er best een rood lampje knipperen. Maar een meekleurende wandcontactdoos, die het (sluip)verbruik aangeeft in kleuren, laat ook duidelijk zien wat er gebeurt. Of een radiator die mee kleurt met de ingestelde temperatuur. Iedere graad meer betekent ook een rodere kleur. Zo zie je wat op een bepaald moment energie vraagt.
    Ik denk dat het beïnvloeden of overhalen van een gebruiker in de woning nog wat ver gaat. Het individuele van een bewoner moet juist gekoesterd worden. Voordat ‘persuasive technlogy’ in de bouw een plek vindt, zal er nog veel gaan gebeuren. Ik denk dat techniek wel veel meer ingezet kan worden bij het overtuigen van bewoners, door zichtbaar te maken wat er om hem of haar heen gebeurt, en op die manier de bewoner te overtuigen dat hij het zelf anders moet doen.

  • De toekomst is aan renovatie toe

    De bestaande bouw heeft de toekomst. Langzamerhand zie je dan ook de markt verschuiven van nieuwbouw naar de bestaande bouw. Renovatie wordt belangrijk. Tijdens het symposium ‘Onderwijs, de basis voor toekomstgerichte renovatie’ stond de toekomst van renovatie centraal. Hoe ziet de toekomstige renovatieopgave eruit, en specifiek de vraag: Welke kennis is er nodig om hiermee aan de slag te gaan? Om in de toekomst de renovatieopgave van passende antwoorden en oplossingen te voorzien en een rol in die markt te kunnen blijven spelen, zullen de opleidingsinstituten hier aandacht aan moeten besteden. Aan de ander kant zullen ook de mensen die vandaag de dag in de praktijk bezig zijn met andere competenties en werkterreinen aan de slag moeten. De veranderingen worden deze middag nader toegelicht. Een van de drie thema’s die centraal stonden deze middag is het thema ‘grondstoffenbank’. In een inleidende presentatie worden stellingen benoemd, die vervolgens in één van de de workshops met de deelnemers verder worden uitgewerkt.

    Lees meer

  • Trias Solida

    Onderhoud en renovatie bieden de kans om gebouwen weer naar het gewenste kwaliteitsniveau te brengen. Daarmee zijn deze ingrepen een essentieel onderdeel van de manier waarop we met woningen omgaan. Het zoeken naar efficiënte en effectieve oplossingen om met de huidige woningen om te gaan vormt de uitdaging. Hierin zijn de manier waarop de maatregel wordt aangeboden (product of dienst), maar ook de benadering (traditioneel of buiten de bestaande kaders) de vernieuwende aspecten.
    Aan de ene kant proberen we met de woningen een behoefte in te vullen. We willen graag ergens wonen waar we het naar onze zin hebben, waar we het comfortabel en hebben en waar we ons thuis voelen. Aan de andere kant moeten we dit op een zo ‘duurzaam’ mogelijke manier doen.
    Met de Trias Solida in gedachte kunnen we onze woon- en leefwensen invullen. Vrij vertaald betekent het dat we goede stevige woningen maken, die lang mee kunnen gaan. Door de woningen lang mee te laten gaan worden er beperkt (nieuwe) grondstoffen gebruikt. De woningen zijn afgestemd op het gebruik en de gebruikers, dus met mogelijkheden om gebouwen aan te passen aan een wisselend gebruik. Ook hierdoor wordt er efficiënt met de beschikbare grondstoffen (materiaal, water en energie) omgegaan. Boven alles zijn de woningen mooi en willen we er graag wonen, we voelen ons thuis.

    De Trias Energetica is bekend. De Trias Solida hanteert dezelfde benadering, maar dan vanuit duurzaamheid in een breed perspectief. Het gaat daarmee in op de mogelijkheden voor de toekomst van de renovatie. Welke prestaties moet de renovatie tot gevolg hebben, maar vooral ook op welke manier dit verwezenlijkt wordt.

    Tijdens het symposium ‘onderwijs, de basis voor de toekomstgerichte renovatie’ ‘stonden drie thema’s centraal; denken als gebruiker, Mekea en Trias Solida. Ze typeren de omslag die nodig is bij het verbeteren van woningen. Van de vraag van de gebruiker, naar de wijze van aanbieden, om bij een duurzame invulling van die opgave uit te komen. Tijdens het symposium is het ‘Manifest Renovatie 2020’ opgesteld, waarin deze thema’s in hun samenhang een plek krijgen.

    [youtube=http://youtu.be/2sgO5-OVw3M]

  • Het plafond van de bedrijfslasten

    Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -5-

    Verdubbeling van de kosten

    De bedrijfskosten, die samenhangen met het beheer van sociale huurwoningen, vormen een substantieel deel van de exploitatiekosten (10 à 15 procent van het totaal). De gemiddelde jaarkosten liggen op dit moment in dezelfde orde van grootte als de onderhoudskosten en bedragen circa 1.400 euro per woning. Juist deze kosten zijn de afgelopen vijftien à twintig jaar substantieel gestegen.
    In de periode 1997-2010 lag de stijging jaarlijks 6 procent boven de inflatie van 2 procent. In diezelfde periode is de omvang van het personeel met zo’n 40 procent toegenomen. En al deze kosten rusten op de exploitatie van de sociale huurwoning. In principe zijn de kosten in geld van nu meer dan verdubbeld. Kosten circa vijftien jaar geleden: 650 euro per woning (peil 2012), nu is dat opgelopen tot boven de 1.300 à 1.400 euro per woning. Op maandbasis is dat circa 55 euro per woning. Het is echter niet terecht om zo rekenkundig naar deze cijfers te kijken, want in diezelfde periode is het hele overheidsapparaat, dat zich bezig hield met de volkshuisvesting, bijna tot nul gereduceerd, en hebben de corporaties de werkzaamheden voor een groot deel overgenomen. Taken, die tot begin jaren negentig van de vorige eeuw tot het domein van de overheid behoorden, zijn bijna stilzwijgend op het bordje van de woningcorporatie terechtgekomen, zonder dat de benodigde middelen meeverhuisden.
    Lees meer

  • Energiekosten, tussen feiten en mogelijkheden

    Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -4-

    door: Martin Liebregts

    Het gemiddeld aardgasverbruik per woning bedraagt circa 1.600 m3 in 2010 en het elektraverbruik circa 3.500 kWh. In totaal gaat het dus om 2.510 m3 aardgasequivalenten (1), die als volgt verdeeld zijn over de verschillende activiteiten van een woning (2):
    – Verwarmen : 1.160 m3 (46%)
    – Warmtapwater : 375 m3 (15%)
    – Rest : 975 m2 (39%).

    Lees meer

  • Onderhoudskosten tussen behoeften en praktijk

    Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -3-

    door: Martin Liebregts

    Onderhoudskosten in de praktijk

    De onderhoudskosten vormen één van de variabelen van de exploitatiekosten, die voortdurend onderwerp van beleid zijn. In de afgelopen vijftien jaar zijn ze in hoofdlijnen een redelijke constante geweest in de bedrijfsvoering van de sociale huurwoning. De onderhoudskosten – exclusief woningverbetering – schommelden rond de 1.400 euro per woning per jaar (peil 2012). In de periode 1995-2010 varieerde het gemiddeld van 1.300 tot 1.550 euro.
    De kosten voor klachten- en mutatieonderhoud bedragen circa 500 euro (peil 2012). In de gehele periode 1995-2012 zijn de kosten voor klachten- en mutatieonderhoud gestegen van 360 tot 500 euro per jaar (prijspeil 2012). Een stijging van 40 procent.
    Lees meer

  • Huur overstijgt inflatie

    Serie over exploitatiekosten, onderhoud en energie -2-
    door: Martin Liebregts

    Meer dan inflatie

    Ofschoon de maximale huurstijging voor zittende huurders vanuit overheidswege wordt beperkt, geldt dit niet in dezelfde mate voor de gemiddelde huurwoning in de tijd. De afgelopen dertig jaar is de gemiddelde huurstijging circa 3,2 procent, terwijl de inflatie schommelde rond de 2,1 procent. daarboven komt nog de kwaliteitsverbetering ten gevolge van nieuwbouw of renovatie, die voor de totale huurvoorraad de huurstijging nog eens met 0,55 procent gemiddeld per jaar doet toenemen. Het totale resultaat is, dat sinds 1986 de huur van de gemiddelde huurwoning jaarlijks is toegenomen met 3,75 procent (zie ook de figuur ‘Huurontwikkeling 1986-2012 (1).

    Lees meer

  • ketensamenwerking, onderhoud en energie

    Auteurs: Martin Liebregts en Haico van Nunen

    Veel beheerders worstelen met het effectief uitvoeren van onderhouds- en energiebesparende maatregelen. Hoewel deze maatregelen afzonderlijk genoemd worden betreft het in wezen twee gelijksoortige maatregelen. Zowel bij onderhoud als bij energiebesparing gaat het om een combinatie van planmatige werkzaamheden waar tevens sprake is van enige kwaliteitsverbetering. Alleen als het energiebesparend is dan noemen we het tegenwoordig vaak apart. Deze maatregelen horen tot de huis-tuin-en-keuken maatregelen van een beheerder. Echter door afzonderlijke ambities op bezitsniveau op te stellen lijken het verschillende grootheden met verschillende doelen. Op zichzelf vreemd als men bedenkt dat elke vorm van onderhoud met een of andere vorm van verbetering gepaard gaat, en dat ten aanzien van uiteenlopende kwaliteitsaspecten.  In de praktijk stelt een beheerder al gedifferentieerde kwaliteitsdoelen in combinatie met onderhoud. Denk hierbij aan kwaliteiten zoals een seniorenlabel, politiekeurmerk of ‘de betaalbare woning’.

    Het probleem zit dan ook niet in de aard van onderhoud en/of verbetering, maar veel meer in de vraag hoe kun je als beheerder een betere kosten-kwaliteitverhouding krijgt als het om onderhoud of energiebesparingsmaatregelen gaat en hoe je via een duidelijke opgave hieraan uitvoering geeft. Hierbij komen ook nieuwe vormen van samenwerking met marktpartijen naar voren als een van de mogelijke hulpmiddelen om dit te realiseren. Een globale beschouwing van kansen in de praktijk kan een en ander verduidelijken.

    Lees meer