• klant of bewoner: korte termijn versus lange termijn

    Het gelijknamige artikel gaat in op de verschillende keuzes die gemaakt worden bij een renovatie. De vraag die in dit artikel centraal staat is of er gekozen wordt voor kwaliteit op de korte termijn of kwaliteit op de lange termijn. Hier wordt het dilemma tussen de gebruiker die vooral geïnteresseerd is in de veranderingen op de korte termijn en de eigenaar/ beheerder die ook voor de lange termijn kwaliteit voor de bewoner probeert te borgen duidelijk. Dit gaat niet alleen over het kwaliteitsniveau, maar ook het onderscheid in de onderdelen waar onderhoud op wordt gepleegd. Voor de bewoner ligt dat eerder op binnen afwerking of de uitrusting (keuken, douche) terwijl voor de beheerder juist structurele componenten een rol spelen (gevel, dak). Misschien dat de oplossing verscholen  ligt in het opsplitsen van een basispakket en een optiepakket. De basis geeft aan wat er minimaal plaats moet vinden, de opties bieden voor gebruiker en beheerder de mogelijkheid om woningen individueel te benaderen. Zo kan ervoor de lange termijn een kwaliteit worden geboden, maar waar ook voor de korte termijn een draagvlak wordt verkregen.

    Lees hier het volledige artikel.

     

  • begrippen maken feiten overbodig -5

    Auteurs: Martin Liebregts & Haico van Nunen

    Ontwerpkeuzen afstemmen op levensduur

    Een verhaal over de zoektocht naar het begrip duurzaamheid bij ontwerpen, bouwen en wonen

    Bij ontwerpen moet je rekening houden met de levensduur van bouwdelen, ruimte en gebouwen. Bijna een open deur als je dit constateert. Iedereen zal bevestigen dat als een keuken maar vijftien tot dertig jaar meegaat in het gebruik, je het niet zo moet construeren dat de technische levensduur honderd jaar is. Het gebruik en de aanpassingsbehoefte vanuit dat gebruik zijn de sleutelwoorden bij de beschouwing van levensduren. Met de afzonderlijke definities van technische, functionele en economische levensduur komen we er niet. In de praktijk gaat het om de samenhang tussen die drie invalshoeken te herkennen om vervolgens meer gevoel voor de tijd te krijgen.

    Lees meer

  • begrippen maken feiten overbodig -4

    Door: Martin Liebregts

    Sleutelbegrippen bij kwaliteitsaanpassing

    Essentie van woningaanpassing

    Over allerlei afzonderlijke onderdelen van de kwaliteitsaanpassing van de woningvoorraad worden hele studies verricht en uiteenlopende verhalen verteld. De een weet het nog gedetailleerder dan de ander. Een van hen ben ik (soms). Het zijn vaak de oneliners die in dergelijke uiteenzettingen domineren. Onderhoud, comfort, energie, gezondheid etc. passeren dan het papier. Bij nader inzien allemaal maatschappelijke thema’s, die niet afzonderlijk maar integraal een rol spelen bij de gewenste, te beschouwen exploitatieperiode. Het betreft allemaal afzonderlijke bijzaken, die pas gezamenlijk iets over de kwaliteit zeggen. De essentie van de kwaliteitsaanpassing is naar mijn mening simpeler en gaat het hierbij om drie hoofdkwesties (of sleutelbegrippen):

    • Ingreep voor wie (doelgroep en vraag)?
    • Ruimte en aanpassing (aanbod)
    • Eenheid van handelen (woning, individu, ensemble, gemeenschappelijk).

    Lees meer

  • begrippen maken feiten overbodig -3

    Door: Martin Liebregts en Jelle Persoon

    De cycli van de kwaliteitsaanpassingen

    De aandacht voor de bestaande woningvoorraad en voor de kwaliteitsaanpassing ervan is in de directiekamers van woningbeheerders nog vaak te gering. Het spitst zich nog te veel toe op de jaarlijkse vaststelling van de onderhoudsbudgetten. Ondanks de wetenschap dat de te verwachten gemiddelde leeftijd van woningen honderdtwintig jaar is (1). Over de kwaliteit van de nieuwbouw wordt tegelijkertijd eindeloos gediscussieerd. Over de kwaliteit van één procent van onze woningvoorraad – de nieuwbouw – worden bijeenkomsten op alle niveaus belegd, terwijl de bestaande voorraad met zo’n negenennegentig procent het moet doen met een begrotingskantlijn. Een dergelijke houding is mede ontstaan door de kortetermijnvisie op de levensduur van de voorraad (vijftig jaar). Na de gereedkoming van een woning is men bezig met het AFSCHRIJVEN in plaats van het optimaliseren van de te leveren kwaliteit in een veranderende samenleving.

    BouwhulpGroep

    Lees meer

  • begrippen maken feiten overbodig -1

    door: Martin Liebregts en Haico van Nunen

    De afgelopen veertig jaar zijn er voortdurend nieuwe termen bedacht om de kwaliteitsinjectie in de bestaande woningvoorraad een naam te geven. Veel woorden hebben in de hoofden van betrokkenen de basis gelegd voor uiteenlopende oplossingen, waarbij al of niet de aanpak van de wijk een rol speelde. In willekeurige volgorde: woningverbetering, rehabilitatie, renovatie, sanering, revitalisatie, hoogniveaurenovatie, transformatie, opplussen, groot onderhoud (plus), kleine beurt, e’novatie, facelift. Het rijtje zal lang niet compleet zijn. Je moet jaren meelopen om nog gevoel en overzicht te hebben op al deze verhullende begrippen. Natuurlijk weerspiegelt elk begrip een tijdgeest. De context van belangen en ideeën maakt duidelijk wat ermee bedoeld wordt. Er komen voortdurend nieuwe synoniemen bij om de tijdgeest te kleuren. Maar dat wil niet zeggen dat er onder deze veranderlijke tijdgeest geen basisbegrippen kunnen bestaan.

    steiger

    Deze notitie tracht hiervoor een aanzet te geven. De begrippen over de kwaliteitsaanpassing richten zich op de aard en omvang van de ingreep. Om allerlei ideologische beschouwingen verder de ruimte te geven, maar wel buiten de begripsomschrijving te laten, stellen we drie begrippen voor:

    Lees meer

  • Levensduur verlengen of verkorten?

    Het maken van een afweging voor bouwen, renoveren of slopen is complex. Verschillende invloeden spelen daarbij een rol. Soms tastbaar, soms te berekenen, maar soms is het gewoon een gevoel. Op het vlak van duurzaamheid is het nu nog vaak een gevoel, maar het is ook te berekenen, zodat het gevoel onderbouwd wordt?

    Honderdtwintig jaar

    Om duurzaamheid goed uit te kunnen drukken, is een horizon nodig waarbinnen de opgave bekeken wordt. Voor de Nederlandse woningmarkt is de gemiddelde, te verwachten levensduur vastgesteld op 120 jaar (1). Binnen deze termijn is het aannemelijk dat een vastgelegde doelgroep in de woning kan functioneren, inclusief alle benodigde aanpassingen door de tijd. In deze periode van 120 jaar wordt de woning gebouwd, gebruikt, onderhouden, gerenoveerd en uiteindelijk weer afgebroken. De vraag hierbij is, hoe ‘duurzaam’ de woning is. Het beoordelen van materialen en producten gebeurt op basis van een Levens Cyclus Analyse. Hierbij worden alle emissies die veroorzaakt worden door het materiaal meegerekend, van winning van de grondstof, via productie, gebruik en uiteindelijk afdanking van het materiaal. Er zijn verschillende methoden om dit uit te drukken, waarvan de Eco-Indicator (2) er een is, waarbij de uitkomst kan worden uitgedrukt in milieupunten (Ecopunten). Op basis van een rekenvoorbeeld wordt duidelijk hoe de milieubelasting van een gebouw door de tijd is opgebouwd. In figuur 1 is de milieubelasting weergegeven ten opzichte van de jaren. De blauwe lijn laat het verloop van de milieulast zien. Er is onderscheid te maken in drie perioden: bouwen: 6.750 Pt (ofwel 29 procent), gebruiken: 11.250 Pt (ofwel 50 procent) en slopen: 4.500 Pt (ofwel 21 procent). Dit betekent dat bij een gemiddelde levensduur van 120 jaar, en toegepast in een gebruiksscenario, heeft een woning 22.500 Ecopunten. Lees meer

  • Totaalbeeld

    Energiegebruik en materiaalgebruik zijn vaak nog als appels en peren, allebei fruit maar met een totaal verschillende smaak. Het is echter mogelijk om zowel naar energiebesparing als naar materiaalgebruik te kijken. Er wordt dan een totaalbeeld gegeven. Dit opent de discussie over de beoordeling van duurzaamheid.

    Verbetering van de energieprestatie is bij woningverbetering een van de belangrijkste aspecten. Dit kan in verschillende vormen plaatsvinden meer isolatie of juist het toevoegen van installaties. In beide situaties wordt er meer materiaal toegevoegd aan het gebouw. Neem als voorbeeld de toepassing van zonnepanelen. Ze wekken energie op, maar daar staat wel een extra milieubelasting tegenover vanwege de panelen zelf. Weegt dit tegen elkaar op? Hetzelfde gaat op voor producten met een langere levensduur. De initiële milieubelasting is hoger, maar deze producten gaan wel langer mee. De investering ligt op dit moment, de winst ligt verscholen in de tijd.
    Lees meer