Het oog wil ook wat

De laatste tijd staan energetische verbeteringen weer hoog op de agenda. Veel nieuwbouwprojecten, maar ook renovatieprojecten zijn stilgevallen. Als projecten doorgaan dan zijn het vooral projecten waar de energieambities hoog liggen. Helemaal niets mis mee. Sterker nog, we moeten de bestaande woningvoorraad gaan verbeteren op het energetisch vlak, anders komt de kwaliteit van de huidige voorraad veel te ver achter te liggen bij nieuwbouw. Maar het lijkt erop dat alleen energie de boventoon gaat voeren, met het risico dat andere kwaliteiten achter blijven.

Het gevaar zit erin dat, om maar te voldoen aan de eisen vanuit het energievraagstuk, daar direct naartoe wordt gerekend. Ontwerpen begint met de eindkwaliteit die je voor ogen hebt en niet met de calculator in de hand. In een onlangs gehouden lezingenserie , waarin renoveren met hoge ambities centraal stond, zijn vijf verschillende kwaliteiten genoemd, die een rol spelen als je hoge ambities wil realiseren. De woning moet ruimte (1) bieden, zowel in vierkante meters als in een ruimtelijke ervaring. De woning moet comfortabel (2) zijn, een gezond binnenklimaat, maar ook regelbaar naar de wens van de bewoner. Bovendien moet er ruimte zijn voor aanpassingen in de tijd (3). Ruimten benutten voor andere functies, maar ook uitwisselen van aangebrachte producten en technieken om nu en in de tijd aan de wensen te voldoen. Dit alles moet niet enkel worden samengevoegd (stapelen), maar het moet bewust ontworpen worden (integreren). De interne verdeling van de vertrekken, maar juist ook het beeld (4), vormen een belangrijk kwaliteit van een grote ingreep. Indien deze vier kwaliteitsaspecten worden ingevuld, dan kan vervolgens de bijbehorende energetische ambitie (5) worden nagestreefd.


In de genoemde lezingenserie staat de integrale benadering centraal. Hoe formuleer je ambities die passen bij de opgave? Het belangrijkste punt hierin is om energie niet als eerste te benaderen, maar om het eens om te draaien en eerst de overige kwaliteitsaspecten te benoemen. Zoals gezegd, is een van die aspecten het beeld. Op een of andere manier is dit een kwaliteitsaspect dat al snel buiten de boot valt. Waarschijnlijk omdat dat wat als de hoofdopgave wordt gezien (een energetisch goed gebouw), met een technische inslag wordt benaderd. Het zijn eerder techneuten die starten met de opgave dan ontwerpers. Het vertalen van de noodzakelijke maatregelen naar een ontwerp lijkt in dat geval wel de laatste stap in het proces te zijn. Terwijl je juist een ingreep in de woning doet voor veertig of vijftig jaar. De verschijningsvorm die je nu realiseert, bepaalt het toekomstige uiterlijk van de woningen.

Beeld en beleving worden daarmee een belangrijk onderdeel van de opgave. Het gaat er dan om dat je de technisch noodzakelijke ingrepen vertaalt in fysieke maatregelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat je nadenkt over de manier van isoleren. Wordt er buitengevelisolatie toegepast, wat wordt dan je gevelafwerking? Als het gaat het om het behoud van de karakteristieke gevel, wat zijn dan de mogelijkheden om toch energetisch tot de juiste ambities te komen? Wordt het een nieuw gemetseld bakstenen buitenblad, of is het een houtskeletbouwelement dat geplaatst wordt?

De gevel betreft grote beslissingen, die van invloed zijn op het beeld. Maar het zijn niet altijd de grote beslissingen waar het om draait. Ontwerpen gaat verder en zit hem juist vaak in de details. Denk maar eens aan de wijze van ventileren. De technische keuze voor een bepaald systeem leidt tot beeldvragen. Waar zijn de doorvoeren of roosters geplaatst? Hetzelfde geldt voor het toepassen van installaties in de woning. Op welke wijze kunnen vertrekken voorzien worden van radiatoren, of juist niet, en hoe kan dit mooi worden opgenomen in het gebouw. Waar heeft de gebruiker behoefte aan. Beeld vergt veel meer dan een mooie gevel tekenen. Het vraagt om nadenken over het totaal aan oplossingen. Op welke manier zijn de ruimten te gebruiken, hoe wordt een ruimte ervaren in zijn verhouding? Maar bijvoorbeeld ook vanuit positionering van daglichttoetreding en de wijze van afwerken.

Verbeteringen aan de woning mogen ook getoond worden. Zeker bij ingrijpend aanpakken van woningen wil je laten zien dat er iets heeft plaatsgevonden. Woningen worden weer geschikt gemaakt voor de lange termijn. Dat nieuwe uiterlijk mag getoond worden. Juist ook voorzieningen die daar een rol in spelen, denk hierbij aan zonnepanelen of specifieke ventilatietoepassingen, mogen dan naar voren gebracht worden. Niet als los elementen, maar als vormgegeven onderdeel van de totaaloplossing.

Ontwerpen betekent keuzen maken, onder meer over indeling, materialisatie en techniek. Uiteindelijk resulteert het in het eindresultaat: de woning. De beeldkwaliteit geeft de eerste indruk weer, het vormt het visitekaartje van een gebouw. Het laat zien hoe je een gebouw ervaart, van buiten maar ook van binnen. Bij een aanpak puur vanuit techniek worden voorzieningen veelal gestapeld. Dit merk je in het gebouw en in de manier hoe je het gebouw ervaart. Energie is zoals gezegd vaak de drijfveer om te verbeteren. Het gaat erom hoe je deze ambities vertaalt naar een integraal ontworpen oplossing. De koppeling tussen energie en beeld dragen beide bij aan de integrale kwaliteit. Het renovatieproject ‘Poorters van Montfoort’, waar volgens de Active House visie is gerenoveerd, is een illustratie van hoe energie en architectuur samen kunnen gaan.