• Levensduur in perspectief

    Gisteren las ik in een nieuwsbrief dat de oudste woning van Amsterdam was ontdekt. Het bleek om een huis te gaan dat gebouwd is in 1485. Dit gebouw is nu dus 527 jaar oud! De gevel die ervoor staat stamt uit 1800 en het is daarom altijd verborgen gebleven dat het hier om de oudste woning van Amsterdam gaat. Dit betekent echter niet dat alle woningen meer dan vijfhonderd jaar oud worden. Dit pand is toch wel een van de uitzonderingen, die vanwege locatie en culturele gronden behouden is gebleven. Maar het laat wel weer goed zien dat gebouwen door de tijd heen worden aangepast. Onderhoud en verbetering zijn onlosmakelijk verbonden met de levensduur van een gebouw. Ergens in de negentiende eeuw is er een nieuwe gevel voor geplaatst. En de ontdekking zou nu niet gedaan zijn als er geen verbouwing op de planning stond.
    Wat dit voorbeeld eigenlijk laat zien is dat er geen maximum levensduur van een woning is. Wel kunnen we op zoek gaan naar een referentiewaarde die de gemiddelde levensduur beter benadert. Deze woning in Amsterdam is dan de positieve uitzondering, die een lange levensduur heeft. Net als dat er ook uitzonderingen zullen zijn die onder het gemiddelde liggen. Natuurlijk worden er ook woningen vroegtijdig gesloopt, maar dat is vaak beperkt.

    Er is een discussie gaande over welke gemiddelde levensduur er moet worden aangehouden. Woningcorporaties hanteren een (financiële) levensduur van 50 jaar en vanuit de milieuberekening wordt 75 jaar als standaardwaarde gehanteerd 1). Eerder onderzoek 2) heeft uitgewezen dat een gemiddelde levensduur van 120 jaar verklaarbaar is.

    Deze oudste woning toont nog maar eens dat levensduur in perspectief moet worden gezien. Er is geen absolute levensduur van een gebouw, aan het einde van de levensduur valt het gebouw niet spontaan uit elkaar. De levensduur hangt samen met het bouwen, gebruiken, onderhouden en verbeteren van de woning. Hierin worden telkens keuzes gemaakt om iets wel of niet doen. De gemiddelde levensduur is bedoeld om de keuze makkelijker te maken en gebouwen te kunnen vergelijken. In kosten, milieuaspecten of andere kwaliteiten. De praktijk houdt zich niet aan dat gemiddelde, maar het vormt wel het vertrekpunt voor studie, visie en vooral begrip. De vraag is echter wat is nu een bruikbaar gemiddelde levensduur voor de woningbouw in de Nederlandse situatie? Wie het weet mag het zeggen……

    1) Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken, SBK, 01-07-2011
    2) Assessment of the Sustainability of Flexible building. The Improved Factor Method: service life prediction of buildings in the Netherlands, applied to life cycle assessment, H. van Nunen, 2010.

  • Het Orakeldossier: Aambosveld-Heerlen

    Het Orakel heeft gesproken…

    Tijdens de renovatiebeurs in Den Bosch heeft er voor de eerste keer een ‘Orakel’ plaatsgevonden. Nu geen mythische verhalen maar concrete projecten met energiebesparing als thema en oplossingsrichtingen voor de dilemma’s.  De dilemma’s zijn zeer divers. Van monumenten waar aan de buitenzijde nagenoeg niets kan veranderen, tot aan de vraag welke ambities (reëel) haalbaar zijn.  Het SEV roadshow team, dat als doel heeft om corporatie-managers te stimuleren om de woningvoorraad te verduurzamen, geeft haar visie op de dilemma’s.  In deze visie speelt de blik naar de toekomst vaak een grote rol. In deze serie van artikelen, genaamd het Orakeldossier,  wordt telkens een project uit het Orakel nader toegelicht. Welke dilemma’s spelen er en wat is de visie die hierbij past?

    Aambosveld Heerlen

    Wonen Limburg heeft op basis van strategisch beheer in combinatie met vastgoedsturing een project gemaakt van het complex Aambosveld in Heerlen. Samengevat blijkt uit de analyse dat een update van het complex nodig is om de ‘concurrentie’ aan te kunnen. Uit de analyse is een pakket van maatregelen samengesteld waarbij wordt uitgegaan van een minimale levensduur na 25 jaar. Uitgangspunten voor de renovatie zijn:

    • Comfort: samenvoeging zonder ingrijpende maatregelen
    • Reductie van het sloopafval: verantwoordelijke en recyclebare materialen
    • Energiereductie: aanpak isolatie, ventilatie en duurzame installaties
    • Akoestiek: aandacht voor geluidsoverlast en geluidlekken
    • Voldoen aan de huidige eisen met aandacht voor het kostenaspect.

    Het Orakel spreekt

    Het belangrijkste dilemma dat bij dit vraagstuk  speelt is de vraag hoe bewoners enthousiast gemaakt kunnen worden voor energiebesparing.  De bijkomende vraag is dan hoe ver kun je gaan in het energieneutraal maken van een gebouw? De beperkte tijdscope die in dit complex speelt beperkt de mogelijkheden voor energieneutraliteit,  het budget is immers beperkt. Het Roadshowteam geeft aan dat het mogelijk is om collectief zonnepanelen te plaatsen en dit te gebruiken voor het reduceren van het algemene elektraverbruik van het complex. Door toepassingen van zogenoemde ‘greendeals’ kunnen knelpunten worden weggenomen. In dit geval het maximum op te wekken vermogen aan zonne-energie op één aansluiting. Hiermee wordt het toepassen van zonne-energie voor dit complex toch mogelijk.

    Benieuwd naar meer Orakels? Kijk in het Orakeldossier