Sinds 2005 is Roel Gijsbers verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven als onderzoeker bij Building Technology binnen de leerstoel Product Development. Zijn onderzoek is gericht op twee uiteenlopende gebieden:
1. Flexibele bouwen en aanpasbaarheid van gebouw(onder)delen
2. Bouwtechnische producten en systemen voor de noodhulphuisvesting
In productontwikkeling is de beoogde levensduur altijd één van de randvoorwaarden die grotendeels bepalend zijn voor de uiteindelijke oplossing. De beoogde levensduur is op technisch vlak met redelijke betrouwbaarheid vast te stellen, de werkelijke gebruikslevensduur is echter heel moeilijk voorspelbaar. In het onderzoek naar flexibel bouwen speelt levensduur een cruciale rol. Flexibel bouwen is immers ontstaan vanuit de wens om de functionele levensduur voor een gebruiker te maximaliseren. Het verlengen van de gebouwlevensduur is daarnaast een belangrijk middel in het streven naar duurzaamheid.
In de praktijk blijken flexibele productoplossingen echter lang niet altijd te leiden tot de gewenste levensduurverlening. Het TU/e onderzoek is daarom specifiek gericht op de wijze waarop flexibel gebouwgebruik kan worden gefaciliteerd door de technische onderdelen van een gebouw. De relatie tussen gebruikerseisen en de wijze waarop de bouwtechniek hieraan kan worden gerelateerd staat centraal. Veranderingen in het gebruik van gebouwen zijn namelijk continu aan de orde en de techniek moet hier zo effectief mogelijk op in moet kunnen spelen. Fysieke veranderingscapaciteit, ofwel aanpasbaarheid, kan ervoor zorgen dat deze veranderingen op een zo efficiënt mogelijke wijze kunnen worden uitgevoerd, ofwel met beperkte inspanningen, kosten en belasting voor het milieu.
In het proefschrift ‘Aanpasbaarheid van de draagstructuur’ dat in 2011 is verschenen, is op basis van bovenstaande uitgangspunten de constructieve nader onder de loep genomen. De draagstructuur vormt immers een belangrijk kader voor functioneel ruimtegebruik en is daarom van groot belang voor de gebruikslevensduur van het gebouw.
De conclusies van dit onderzoek werpen nieuw licht op de flexibiliteit van de constructie. Door het bewijs dat de draagstructuur niet per definitie als onveranderbaar moet worden beschouwd, blijkt dat deze veel lichter kan worden uitgevoerd, omdat overspanningen beperkt kunnen blijven, terwijl de gebruiksflexibiliteit en de indelingsvrijheid op een vergelijkbaar niveau kunnen blijven.
Door deze frisse blik ontstaan nieuwe mogelijkheden voor ontwerpers en productontwikkelaars. Deze mogelijkheden moeten in de komende tijd worden verkend en onderzocht. Ik nodig u van harte uit om hieraan verder invulling te geven!