De vraag in kaart

De woning die er nu staat biedt op dit moment een antwoord aan een bepaalde vraag. Zij is ooit door de bewoner uitgezocht met behulp van een wensenpakket, het aantal vertrekken, de grootte, locatie aanwezigheid van voorzieningen hebben hierin een rol gespeeld. Maar die vraag verandert door de jaren heen. Leeftijd, gezinssituatie, inkomens, maar ook trends en ontwikkelingen in het wonen, zorgen ervoor dat aanpassingen nodig zijn. Deze aanpassingen kunnen gerealiseerd worden binnen de aanpassingscycli van de woning. Met een renovatie of onderhoudsingreep kunnen kwaliteiten worden toegevoegd. Deze ingrepen bieden de kans om de woning te verbeteren. Om deze verbetering aan te laten sluiten, is het nodig om niet alleen te kijken naar de technisch noodzakelijke ingrepen, maar moet ook gekeken worden naar welke vragen er op dat moment zijn. Deze stap lukt meestal wel. Op basis van ervaring, eventueel aangevuld met een onderzoek, kan een programma voor dit moment worden opgesteld. Veel verder kijken wordt al moeilijker.
En toch is dat wat er moet gebeuren. Renovatie is voor de langere termijn. Als we nu iets doen dan vinden er de komende vijftien, dertig of zelfs vijfenveertig jaar geen noemenswaardige werkzaamheden meer plaats. Alleen kijken naar het programma van dit moment is dan ook niet voldoende.

Puzzel van de programmastudie_1000_BouwhulpGroep

Onder het begrip levensduurdenken wordt dit verder uitgewerkt. De verschillende vervolgstappen krijgen een plek en de toekomst van de woning, zowel in de nabije toekomst als wat verder weg, wordt beschouwd. Een woning gaat lang mee (1) en in die tijd zijn tal van aanpassingen nodig. Deze visie, waar levensduurdenken onderdeel van uitmaakt, probeert ruimte te scheppen voor kwaliteitsverbeteringen in de tijd.
Levensduurdenken is de eerste stap. Niet kijken naar de opgave van vandaag, maar inspelen op de vraag voor morgen. De vervolgstap omvat veel meer. Het gaat dan om kringloopdenken waarbij verleden, heden en toekomst bij elkaar komen. Het oorspronkelijke gebouw en het casco, samen met alle aanpassingen die in de tijd gedaan zijn, vormen het startpunt. De huidige opgave vormt, met een blik naar de toekomst, het vervolg. De keuzen die gemaakt worden voorzien in de vraag op dat moment, maar geven de aanpassingsmogelijkheden voor de toekomst. Kringloopdenken gaat over het voorzien in de veranderende vraag, met behoud van mogelijkheden (2).

Grote onbekende is dan natuurlijk de invulling van de vraag. De huidige vraag invullen is al moeilijk, laat staan de toekomstige. Vooruitkijken doen we toch altijd vanuit het huidige perspectief. Dat wat we nu kennen, is onze referentie. Sommige zaken kunnen we voorspellen, voorzien of gissen. De energieprestatie zal toenemen, het gewenste comfortniveau moet hoger, maar we willen dit wel goedkoper.
Er zijn ook zaken die we niet of moeilijk kunnen voorzien: de uitvinding van super isolerend glas of een apparaat waarmee de hele keuken zoals we die kennen overbodig wordt. Dit valt nooit te voorzien, maar het geeft aan dat voorspellen niet gelijk staat aan de werkelijkheid.

beleidsterreinen en vb kwaliteitsaanpassing_1000_BouwhulpGroep

Op basis van wat we nu weten en vermoeden moeten we ons best gaan doen. Rekening houden met bijvoorbeeld EPC-0 eisen voor de nieuwbouw of een grotere zorgbehoefte (3). Maar ook aandacht voor de betaalbaarheid van het wonen en de verschillende te huisvesten doelgroepen. Het gaat erom het accomoderend vermogen zo optimaal mogelijk te benutten, zodat we de toekomstige vraag op haar wenken kunnen bedienen.

 

Bronnen:

(1) ‘Levensduur van een woning is 120 jaar’, kennisbank bestaande woningbouw, Haico van Nunen, 10 januari 2008
(2) Deze benadering sluit aan bij de definitie van duurzaamheid uit het Brundtlandrapport, ‘Our common Future’, United Nations 1987.
(3) Zie ook de serie ‘Woningtype als ordeningsprincipe’ op de kennisbank www.bestaandewoningbouw.nl